Technologie-expert Benny Lauwers maakt AI laagdrempelig in nieuw boek: “AI kan veel, dat weet iedereen — maar wàt, dat is voor veel bedrijven vaak onduidelijk”

Een zotte toepassing, een toekomstvoorspelling, af en toe een beetje doemdenken: berichten over artificiële intelligentie vliegen ons om de oren. Benny Lauwers heeft het een beetje gehad. Niet met de AI zelf — daar is hij fan van. Wel met al dat gebabbel over AI. “Want het blijft vooral bij dat ‘praten over’. Er wordt nog te weinig concrete actie met toegevoegde economische waarde getoond”, vindt hij. Daarom schreef de technologie-expert het boek ‘The Good, the Bad and the Practical: Artificiële intelligentie voor doeners’. Over wat AI (niet) is en wat je er nu echt mee kan in je bedrijf. 

Er is al veel gezegd en geschreven over AI. Wat was jouw drijfveer om er toch een boek aan te wijden? 

Het gaat de afgelopen jaren inderdaad veel over AI. Terecht: het is een knap staaltje technologie. Maar ook niet meer dan dat. Het is niet iets goddelijk dat nu al onze problemen gaat oplossen — al wordt er wel vaak zo over gepraat. AI groter maken dan het is, schrikt mensen af. Bedrijven hebben geen zin om eraan te beginnen, omdat ze niet weten wat ze er eigenlijk mee kunnen doen en schrik hebben dat het boven hun hoofd zal groeien. Dat is jammer. Want hoewel het niet al onze problemen zal oplossen, kan AI wel het één en ander. Ik wou een boek schrijven om AI van haar piëdestal te halen en te tonen hoe je op een eenvoudige manier je eerste stappen kan zetten met een AI-tool. Geen grote woorden, geen mooie beloftes, gewoon hoe de vork in de steel zit. 

De titel van jouw boek ‘The Good, the Bad and the Practical: Artificiële intelligentie voor doeners’ zegt al veel. Ik verwacht een handboek waarmee je meteen aan de slag kan. Klopt? 

Klopt. Ik zou het zelfs nog eerder een doeboek noemen dan een handboek. Er staat een checklist in die lezers op weg helpt om de theorie in de praktijk te brengen. Ik hoop dat mensen er hun pen bijnemen en één voor één zaken afvinken. Het is een boek waarin mag gefluoresceerd en geschreven worden. Lees het boek niet gewoon, gebruik het vooral. 

Een boek is een traag medium, de ontwikkelingen in AI gaan net heel snel. Hoe verzoen je die twee met elkaar? 

Het klopt dat de ontwikkelingen van artificiële intelligentie rap gaan. Maar eerlijk? Het zijn vooral de OpenAI’s en Microsofts van de wereld die de ene na de andere vooruitgang boeken. Zij zitten op een TGV, maar al de rest zit nog op een gewone trein. Mijn boek is voor de mensen op die gewone trein. Zij denken niet na over de nieuwste versie van ChatGPT of Dall-E, ze willen eerst weten: wat kan ik met AI doen in mijn bedrijf en hoe begin ik eraan? Dat is een heel ander tempo dan de AI-bedrijven zelf. Ik denk dus dat mijn boek gemakkelijk nog een paar jaar kan meegaan. 

Is het boek geworden wat je in je hoofd had toen je eraan begon? 

Nee, er is doorheen het schrijfproces veel veranderd. Ik heb gaandeweg die checklist toegevoegd om de lezer een soort stappenplan te geven — een houvast, misschien zelfs. En vrij laat in het schrijfproces is er nog een case bij gekomen. Die vormt nu zowat de ruggengraat van het boek, want het maakt alles concreter. Er is zoveel veranderd en toch is de essentie altijd gelijk gebleven: AI laagdrempelig maken.

Wat is het beste compliment dat je kan krijgen over je boek? 

Dat mensen door mijn boek zijn gaan nadenken over hoe ze AI kunnen inzetten in hun organisatie. Dat klinkt misschien weinig ambitieus, ‘nadenken over’. “Is het dat maar?”, zou je kunnen vragen. Maar als het “dat maar” is, zal ik al heel blij zijn. Want nog maar nadenken over AI gebeurt nu te weinig in bedrijven. Als dat bewustzijn over AI er niet is, als het niet in de hoofden van mensen zit, dan kan er ook geen vooruitgang komen. Dus hen aan het denken zetten, die awareness creëren: dat zou mooi zijn. Doen ze effectief iets met AI? Nog mooier! 

Het boek ‘The Good, the Bad and the Practical: Artificiële intelligentie voor doeners’ van Benny Lauwers is te koop via de webshop.